Zag je mij? Volgens mij niet maar ik zag jou gelukkig wel. Net op tijd trouwens. Wat dacht je toen je vanmorgen op je fiets stapte, waarschijnlijk onderweg naar school? “Ach, mijn verlichting doet het niet maar wat maakt het uit? Die automobilisten zien mij wel.” Ik zal je een geheimpje verklappen. Wanneer je in de schemering rijdt, op een donkere fiets, met donkere kleding aan, dan ziet een automobilist je niet hoor. Zeker niet wanneer je ook nog eens uit een zijweggetje komt schieten en haaientanden negeert.
Maar goed, ik zag je dus wel en kon op tijd remmen. Gelukkig maar. Anders was onze dag heel anders verlopen. Terwijl jij doorfietst en mij nog wat verwensingen toeroept - want kennelijk had je mij wel in de gaten toen ik met piepende remmen tot stilstand kwam - probeer ik mijn bloeddruk wat omlaag te krijgen voordat ik verder rij. Wat was dat schrikken!
Waargebeurd verhaal? Vast wel. Gelukkig is het mij niet overkomen. Maar nu de zomer voorbij is en het langzaam weer donkerder wordt, gebeuren er weer veel van dit soort ongelukken. En vaak hoor je dat het altijd de schuld van de automobilist is. Die had maar beter moeten opletten.
Op verschillende manieren worden automobilisten gewaarschuwd om rekening te houden met andere verkeersdeelnemers. De Wij gaan weer naar school! spandoeken hangen na de zomervakantie overal op. Via radio en tv komen regelmatig de MONO spotjes voorbij en de vraag Bob jij of Bob ik? is algemeen bekend. En natuurlijk, als automobilist moet je ook alert zijn. Het is niet voor niets dat voetgangers en fietsers wettelijk als zwakkere verkeersdeelnemers worden gezien en extra bescherming krijgen. Want inderdaad, wanneer je als voetganger of fietser wordt aangereden, is de impact voor die persoon vaak groter dan voor de bestuurder van het motorvoertuig.
Door de jaren heen heb ik zoveel verschillende ongevallen voorbij horen komen. Vaak spreek ik fietsers of voetgangers die gewond zijn geraakt. En af en toe ook een automobilist die aansprakelijk is gesteld door een fietser of voetganger. En in veel van die gevallen zegt iemand dan: “Die ander was er opeens! Zomaar, uit het niets!”
Dat is natuurlijk niet zo. Een fietser of auto komt echt niet zomaar uit de lucht vallen. Dus vragen we bij intake verder door om de toedracht duidelijk te krijgen. Dan blijkt dat de automobilist was afgeleid door zijn telefoon of door de kinderen op de achterbank. Dat de scooterrijder meer aan het kijken was naar het huisnummer waar hij de pizza’s moest bezorgen dan naar de straat waarop hij reed. Of dat de motorrijder dacht dat hij dat oranje stoplicht echt nog wel kon halen bij het afslaan. En in de beleving van de bestuurder was daar opeens uit het niets die voetganger of die fietser. Een botsing bleek niet meer te voorkomen.
Maar ik hoor ook andere verhalen. Dat een voetganger in het donker opeens van achter een bus de weg oversteekt. Dat een groep scholieren vier rijen dik over straat fietst. Of dat een wielrenner denkt dat hij als koning van de weg midden op straat mag fietsen.
Als automobilist moet je er altijd voor zorgen dat je alert blijft achter het stuur. Want een ongeluk zit in een klein hoekje. Maar dat wil niet zeggen dat daarmee alle verantwoordelijkheid alleen maar bij de automobilist ligt en je als fietser of voetganger niet meer hoeft op te letten in het verkeer.
Zorg er daarom zeker de komende maanden voor dat je goed zichtbaar bent en blijft. Controleer je eigen fietsverlichting en die van je kinderen. Draag eventueel extra verlichting op je kleding wanneer het donker is. En vergeet dit vooral ook niet wanneer je nog snel even de hond uitlaat voor het laatste rondje van de dag. Sterker nog, zorg ervoor dat je hond ook goed verlicht de straat op gaat. Je medeweggebruikers zullen je er dankbaar voor zijn.